De Risico Inventarisatie & -Evaluatie (RI&E) is het startpunt van veilige arbeidsomstandigheden. Toch heeft nog altijd een groot deel van de Nederlandse bedrijven de zaken nog niet op orde. Dit komt voor een deel uit onwetendheid over de RI&E en de manier waarop deze bijdraagt aan veilige en gezonde arbeidsomstandigheden. Waarom is het juist voor kleinere ondernemingen belangrijk om een RI&E op te (laten) stellen?
Meerjarenplan verbetering naleving RI&E
Uit onderzoek blijkt dat vooral kleinere bedrijven (nog) geen RI&E hebben. Zij hebben de risico’s en gevaren die hun werk met zich meebrengt nog niet voldoende op orde en nemen (nog) niet de benodigde maatregelen om dit aan te pakken. Daarom presenteerde staatssecretaris Van Ark begin 2020 een meerjarenplan om de RI&E meer bekendheid te geven, zodat er werk gemaakt wordt van veilige en gezonde arbeidsomstandigheden. Hoger veiligheidskundige Louis Prinse laat zijn licht schijnen op deze ontwikkeling en wil vooral aantonen dat het voor kleinere ondernemingen van groot belang is een RI&E op te (laten) stellen. Ook vindt hij dat kwaliteit hiervan op de eerste plaats moet staan.
Goede ontwikkeling
Prinse vindt het een goede ontwikkeling dat er de komende jaren meer aandacht komt voor de RI&E. “Veel kleinere ondernemingen weten niet dat ze verplicht zijn een RI&E te hebben en deze actueel dienen te houden. Om deze bedrijven te belasten met boetes vanwege het ontbreken van de RI&E is volgens mij geen juiste insteek. Brancheverenigingen en Inspectie SZW zijn er meer mee gemoeid inzicht te geven wat een RI&E kan opleveren voor deze groep ondernemers. Denk aan medewerkersbetrokkenheid, vermindering van het ziekteverzuim, minder verloop van personeel en verhoging van productiviteit. Nu zien veel ondernemers het als een wettelijke kostenpost en als je dat niet aanpakt creëer je geen draagvlak voor de RI&E. Daarom ben ik van mening dat er meer aandacht gegeven dient te worden wat een RI&E inhoudt en kan opleveren dan dat het momenteel vaak alleen een wettelijke verplichting is”, zegt hij.
Verschil tussen grote en kleinere ondernemingen
Uit cijfers blijkt dat vooral grotere ondernemingen hun zaken goed op orde hebben. Bij kleinere organisaties speelt het hebben van een RI&E minder. Prinse kent deze situatie vanuit de dagelijkse praktijk waarin hij ondernemingen begeleidt bij het opstellen van een RI&E en het arbobeleid. “Grote bedrijven hebben de materialen en middelen om dit beter te regelen. Dit betekent niet dat ze het allemaal goed op orde hebben. In de praktijk kom ik nog dagelijks situaties tegen die niet voldoen aan de gestelde of bedoelde normen.”
“Bij kleine ondernemingen leeft het hebben van een RI&E minder, omdat die voornamelijk bezig zijn met werken. Ook zie je dat kleine ondernemingen werkzaamheden uitvoeren waarvan de grote bedrijven weten dat daar veel risico’s aan zitten. Tijd en geld speelt hierin een grote rol. Projecten worden vaak fout gepland, omdat we in een cultuur leven waarbij gisteren alles af moest zijn en zo niet dan krijg je een claim aan je broek. Hierdoor worden er risico’s genomen die niet bijdragen aan de arbeidsveiligheid en dat zie je helaas weer terug in de ongevallencijfers. Meer bewustwording, begeleiding en coaching van projecten zal bijdragen aan de gewenste arbeidsomstandigheden.”
Kwaliteit RI&E moet voorop staan
Ook de kwaliteit van de RI&E laat volgens de cijfers nog vaak te wensen over. Vatten organisaties dit te makkelijk op? “Ja, ondernemingen die zelf vanuit de gedachte dat het moet een branche RI&E invullen kijken vaak anders naar situaties dan dat de wetgever voor ogen had. Bedrijven die zich laten begeleiden door een externe partij hebben vaak wel een volledige RI&E. Alleen kom ik in de praktijk vaak tegen dat ze niet weten wat ze er mee moeten. Een RI&E is meer dan alleen een document, ondernemingen moeten met het Plan van Aanpak aan de slag. Daarnaast moet de RI&E worden bijgesteld als er wijzigingen plaatsvinden die invloed hebben op de arbeidsomstandigheden, milieu of techniek. Dit is voor kleinere ondernemingen vaak moeilijk bij te houden waardoor de RI&E niet volledig is”, besluit Prinse.